Het zal je maar gebeuren. Ben je net als schoolleider gestart op een nieuwe scholengemeenschap, breekt er een crisis uit. In dit geval is sprake van een bijzondere stapeling: niet zomaar een crisis, niet zomaar een scholengemeenschap, maar gelukkig ook: niet zomaar een schoolleider.
Een schoolleider met de nodige ervaring, die naast zijn ALO-opleiding en studie Informatica ook Universitaire leergangen Leiderschap gevolgd heeft. In deze serie over ‘profielonderwijs in tijden van corona’ misstaat een gesprekje met Albert Noord niet.
Het Harens Lyceum biedt een rijkdom aan profielen: een sportstroom, cultuurprofiel, Dans&Muziek (DaMu) internationalisering, Geo Future School en Technasium. Sinds zijn aantreden staat Albert voor een stevige opgave: drie vestigingen met vijf profielen omsmeden tot één scholengemeenschap in een nieuw hoofdgebouw. Ga er maar eens aanstaan. Dus besloot hij om met alle leraren persoonlijk kennis te maken. In een half jaar tijd voerde hij 160 gesprekken. ‘Bij Albert op de thee’ werd een gevleugeld begrip. En toen brak de corona-crisis uit...
Voor Albert kwam de crisis niet uit de lucht vallen. “Sinds ‘De aarde is plat’ van Thomas L. Friedman ben ik doordrongen van de impact die globalisering heeft. De uitbraak van ziektes als SARS waren een teken aan de wand. Bij de eerste berichten over de corona-uitbraak realiseerde ik me dat zo’n virus ook Nederland kan bereiken. Nog voor de krokusvakantie heb ik met mijn collega’s in het MT gebrainstormd wat dat voor ons kon betekenen.”
“Natuurlijk spraken we toen ook over afstandsonderwijs. Toen de scholen vanaf 15 maart op slot gingen, wist ik wat ons te doen stond. Ik wist inmiddels dat er wel wat schortte aan ICT-voorzieningen en vaardigheden. Ineens had iedereen een laptop of iPad nodig. Wie geen goede device had, kon er een via de school krijgen. Als portefeuillehouder Digitale Geletterheid weet ik waar Abraham de mosterd haalt. In 8 dagen hadden we dat voor elkaar. Dat hielp om de eerste drempel te nemen.
Gelukkig heeft elke vakgroep wel mensen die digitaal vaardig zijn. Die vormen een steun voor hun collega’s, en betrekken we als Expertteam bij besluiten over het afstandsonderwijs. Het lesrooster hebben we omgegooid. Leerlingen krijgen ’s ochtends online lessen van 30 minuten. ’s Middags is er tijd voor zelfstandig werk, voorbereiding, toetsen en overleg.”
En lukt het om een vorm te vinden voor de profielen? “Dat verschilt. Voor sport worden online korte trainingen en challenges aangeboden. Voor DaMu is het lastiger - maar ook daarvoor hebben we nu een vorm, net als voor muziek. Technasium-leerlingen doen opdrachten rond virus-verspreiding. Vlak voor de meivakantie hebben alle profielen een online-presentatie gegeven. Na een gemeenschappelijke start konden leraren ook eigen ervaringen en ideeën uitwisselen. Na afloop was ik behoorlijk trots op deze tussenbalans van ons afstandsonderwijs.” Inmiddels is iedereen digitaal zo bedreven dat er een digitale pubquiz gehouden is, waaraan enthousiast deelgenomen werd.
Hoe nu verder na 2 juni? Terug naar de schoolbanken? Albert: “Met Afstandsonderwijs is de vorm veranderd, maar het onderwijsproces is intact gebleven. Leerlingen hebben nog steeds een doel nodig om naartoe te werken. Met leerlingen die er slecht voor stonden hebben we
al gesprekken gevoerd. Het Noorden gaat dit jaar vroeg met zomervakantie. Vanaf 2 juni zijn er nog maar een paar weken les; daarna zijn er toetsen en overgangsvergaderingen. Daarom kiezen we voor een mengvorm. De korte online-lessen ’s ochtends houden we. ’s Middags is er op school ruimte voor mentorlessen, individuele begeleiding, keuzelessen en toetsen. Ook gaan we experimenteren met streamen van lessen. Hoe we het na de zomer doen bespreken we later.”
“In twee maanden is het onderwijs in een stroomversnelling geraakt. Van ‘Flipping the classroom’ hadden veel leraren gehoord, maar slechts weinigen gedaan. Door de corona-crisis zijn ze in het diepe gegooid – en hebben leraren zich in korte tijd nieuwe digitale vaardigheden eigen gemaakt. Daarbij was het vooral zaak om mensen de ruimte te geven. In het begin kwamen ze bij me met het voorstel om met zijn allen voor één toetsprogramma te kiezen. Ik stelde voor om eerst maar eens verschillende dingen uit te proberen, en daarna verder te zien. Dat gaf vertrouwen. Wat enorm helpt is dat we, naast de specialisten in de vakgroepen, ook goede teamleiders hebben. Zo hebben we in korte tijd een ongekende omslag kunnen maken.”
Terwijl ik die laatste woorden nog even in me laat omgaan realiseer ik me dat ook een complexe puzzel soms op een heel mooie manier in elkaar kan vallen. Ok, drie vestigingen en vijf profielen is wel erg veel van het goede. Als daar dan ook nog een corona-crisis overheen komt is het wel ineens ‘alle hens aan dek’. Maar als de overgrote meerderheid van de leraren dan bereid is om de armen uit de mouwen te steken, heb je een goede voedingsbodem om praktische (ICT-)problemen te overwinnen en aan mooi nieuw onderwijs te bouwen. Tel daar een stel goede teamleiders bij op, en een schoolleider met visie, en je hebt een formule voor succes.
Maar wat echt de doorslag geeft? Dat is de thee. Of liever: bij Albert op de thee.
Groningen/Amsterdam, 21 mei 2020.
Pieter Hettema
Profielonderwijs in tijden van corona 1: Niet leren om te leren, maar leren om te leven