Meer dan 30 jaar werk ik inmiddels in het onderwijs als docent, schoolleider, directeur van de SHZG. En ik ben een echte vernieuwer. Ik schreef en organiseerde klassenprojecten, studiedagen, conferenties. Altijd vanuit de diepe wens om te zoeken naar wat werkelijk belangrijk is voor leerlingen en hoe we daar het beste aan kunnen werken.
30 jaar, gemiddeld meer dan 40 uur per week. Laten we zeggen: zo’n 50.000 uren. Natuurlijk bereikte ik zo hier en daar wel eens wat. Gelukkig maar. Maar mijn 50.000 uur zijn niets in vergelijking met wat corona nu vermag. Drie weken en we leren meer dan in 30 jaar.
In die 50.000 uur waren we vaak in discussie. Aan het overtuigen. Aan het bedenken. Plannen aan het schrijven. Beleid aan het uitzetten. Maar het leek moeilijk werkelijk iets te veranderen. Als ik kijk naar het onderwijs dat mijn moeder van 75 heeft genoten en dat mijn dochter van 18 net heeft afgerond, dan hebben we veel bereikt én dan is dat onderwijs in de kern van de zaak hetzelfde gebleven. Ik kan columns schrijven over hoe dat zo gekomen is, of opnieuw tijd stoppen in het discussiëren en overtuigen, maar daar hebben we nu geen tijd voor, want dit is hét moment.
De oude Grieken zouden spreken van Kairos, de personificatie van dé gelegenheid, de uitgelezen kans om iets te bereiken. Dat is nú, want nu doen we precies waarvoor scholen bedoeld zijn: we leren! Wel eens een dreumes gezien terwijl hij leerde lopen? Geen discussie en geen beleidsplan. Wel: graag iets willen dat belangrijk voor je is. Uitproberen, omvallen, iets anders proberen, opstaan, dat gaan oefenen.
Dus we onderzoeken: een jaar zonder centraal examen, de leerling aan het roer, geen cijfers voor de overgang. En we kijken: wat werkt en wat niet? Werkt het wel? Dan gaan we ermee verder. Werkt het niet? Dan houden we ermee op. Corona brengt onszelf bij de kern van het onderwijs: we leren. Dat is spannend. En het is – onder deze omstandigheden zeker - zwaar. Gelukkig is er een vorm van troost: we zijn nodig.
In het basisonderwijs zijn we ruim 7.000 leerlingen kwijt. Wie nu geen goede thuissituatie heeft: geen veiligheid, geen werkplek, geen computer, geen
huisdocent, zal straks met grote achterstand terugkeren. Ouders hebben het moeilijk met hun puberkinderen thuis. Hoe motiveer je hen? Wanneer kunnen zij goed leren? Vragen ze hulp bij hun huiswerk, dan wordt opeens duidelijk hoeveel ze moeten kennen en kunnen. Leerlingen laten weten dat het leren thuis soms beter gaat, soms slechter, maar hoe dan ook: dat ze hun klasgenoten én docenten, dat ze hun school verschrikkelijk missen.
Mocht u ooit het gevoel hebben gekregen dat het onderwijs niet erg gewaardeerd werd, door leerlingen, ouders of overheid, hang dan nu de vlag uit. Iedereen weet het: we doen ertoe.
Reageren?
gerdahoekstra@gymnasia.nl